“Vandaag zou het gaan gebeuren. Ik voelde het.” Destijds was ik een lange afstandloper en liep geregeld een prestatieloopje en soms een wedstrijd. Ik was geen groots talent, maar wel fanatiek, waardoor ik niet achteraan, vaak in het middenveld en soms in de voorhoede liep. Deze zondagmorgen deed ik mee met een lokaal loopje. Het jaar daarvoor had ik hier niet onverdienstelijk gelopen en was net niet in de prijzen gevallen. Ik verdiepte me in het deelnemersveld en zag de tijden die door vrouwen in mijn leeftijdscategorie waren gelopen. Ik kwam tot het besef dat een podiumplaats haalbaar was. En ik wist ook dat als je bij deze wedstrijd op het podium kwam, de fanfare voor je zou spelen. Een glorieus moment: op het podium staan met een uitbundig spelende fanfare. Ik voelde opwinding en een grote drang om mijn doel te behalen.
Ook in teams en organisaties maken we bewust en onbewust een inschatting van het deelnemersveld en onze eigen positie en kansen. We maken een beeld van de hiërarchische rangorde en ranken op tal van kenmerken die we voor dat specifieke systeem en in je eigen systeem van herkomst van belang achten. We doen dit omdat we erbij willen horen en ons te onderscheiden. We zoeken acceptatie, veiligheid, positie en invloed.
Binnen de politieorganisatie waar ik werkte viel het me destijds op dat een politieman of vrouw direct een inschatting maakt waar een collega staat in de pikorde. Rang-onderscheidingstekens maken dit makkelijker. Ook als het uniform ontbreekt of als het gaat om minder zichtbare eigenschappen verstaat men binnen deze beroepsgroep de kunst van schouderkijken en vergelijken. Dat heeft verschillende oorzaken, onder andere omdat hiërarchie een functie heeft in dit werk. En ook omdat de politie een familiecultuur is waar je op basis van normen er wel of niet bij hoort of iets te vertellen hebt. Deze normen gaan niet alleen over rangen, maar bijvoorbeeld ook over ervaring, masculiniteit, extraversie of actiegerichtheid. Politiemensen zijn niet uniek in het ranken, het maakt onderdeel uit van de dynamiek binnen groepen. De leidende kenmerken in deze anciënniteit zijn vaak niet goed zichtbaar. Het speelt zich grotendeels onder de oppervlakte af.
Wellicht was het willen behalen van een podiumpositie voor mijzelf nodig om mijn plek binnen de atletiekwereld te bevestigen en wilde ik dit door de muziek uit trompetten en trombones laten onderstrepen. Ook mijn Brabantse roots, waar bij iedere feestelijkheid de fanfare erop uit trekt, klinken hier in door. Ik had lang gezocht op sportgebied. Mijn focus was gericht op sporten die ik niet goed kon en had daarmee mijn kwaliteiten over het hoofd gezien. In het hardlopen had ik mijn sportieve ik gevonden. En in iets wat je graag doet en waar je kwaliteit ligt, daar wordt je makkelijker beter in. Deze zondagochtend visualiseerde ik mijn overwinning. Ik liep, zoals ze dat in deze wereld zeggen, het snot voor mijn ogen, werd tweede, klom op het podium en de fanfare speelde.
Foto: Herman van Ommen