De deurbel ging. Toen ik de deur opende, zag ik niemand staan. Toen ik even verder keek zag ik mijn nichtje, midden op het plein voor mijn huis. Het voelde onwerkelijk. Ik verwachtte mijn nichtje niet op deze dag. Het voelde nog onwerkelijker toen er muziek klonk en mijn nichtje ging dansen. Er verschenen steeds meer mensen op het plein: vrienden, familie, buren. Ze sloten aan bij de dans. Langzaam drong het tot me door. Dit was een flashmob. Georganiseerd speciaal voor mij.
Precies een jaar eerder was op deze dag ook de deurbel gegaan. Er hadden twee politieagenten gestaan met slecht nieuws. Arjan, de man met wie ik toen het leven deelde, was op zijn fiets aangereden en ter plekke overleden. Het voelde alsof de grond onder mijn voeten verdween en de wereld stil stond. De schok van dit plotselinge verlies was groot.
Een goede vriendin van me vroeg me wat ik op deze dag, een jaar later, van plan was. Zij zou die dag in de buurt zijn en vroeg of ze even langs kon komen. Ik zei dat ik die dag niet zo veel van plan was en ook niet zo veel mensen wilde zien. Ik wilde de ruimte geven aan de emoties die deze dag te weeg zou brengen. Ik gaf de vriendin aan dat ze welkom was voor een kort bezoek.
Daar stond ik, in de deuropening, met een onwezenlijk gevoel. Er werd een ingestudeerde dans uitgevoerd op het nummer Raise your glas van Pink. Ik wist niet hoe ik moest reageren. Ik danste even kort mee, maar mijn lijf wilde niet en ik voelde dat het niet klopte. Ik liet het geheel voor mijn ogen voltrekken. Ik voelde me ongelukkig en niet gezien in wat ik had aangegeven. Ook voelde ik me schuldig en bezwaard. Er waren mensen van ver gekomen om dit voor mij te doen, mensen die me lief waren. Er was moeite gedaan, er was een samenkomst georganiseerd en er was een dans ingestudeerd. Glimlachend als een boer met kiespijn bedankte ik iedereen na afloop. De mensen die van ver kwamen liet ik binnen in mijn huis voor iets te eten en drinken. Het was alles waar ik op dat moment geen behoefte aan had.
Onlangs werd ik herinnerd aan deze ervaring door een andere goede vriendin die zich destijds niet aansloot bij de flashmob. Ze had, toen ze de uitnodiging ontving, gevoeld dat het geen goed idee was, maar had niets gezegd of gedaan. Ze zei me dat ze hier nu nog spijt over voelt. En er waren vriendinnen die het initiatief gevolgd hadden en de organisatie mede op zich hadden genomen. Niemand had de vraag gesteld of het eigenlijk wel een goed idee was. Achteraf bleken zij er twijfels over gehad te hebben, maar hadden deze niet uitgesproken. Het doet me denken aan de positie van de silent bystander, die nu in het #metoo vraagstuk zo actueel is. Ik herken de moeite om als omstander iets te zeggen of toe doen wanneer je ziet dat er iets gebeurd wat niet klopt. Voel ik het wel goed? Is het aan mij om nu iets te doen? Durf ik er iets van te zeggen? Dat zijn vragen die dan bij me op kunnen komen.
Ik weet dat de flashmob een manier was, lief en goed bedoeld, om mij te steunen. Ik kan me voorstellen dat het moeilijk was om mijn rouw te zien die niet weg te nemen of te verzachten was. De flashmob was een manier om iets te doen en mogelijk een reactie op de gevoelens van onmacht.
En toen ik daar stond voor deze dansende mensen kwam bij mij het ongemak op. Want hoe reageer je op een cadeau dat goed bedoeld is maar wat je eigenlijk niet wilt hebben. Ik heb er bewondering voor wanneer iemand hier eerlijk over is. Ik heb de neiging om dankbaar te zijn voor de intentie en het daarbij te laten. Zelf heb ik ook weleens de plank misgeslagen in het aanvoelen en afstemmen wat iemand graag wilde of nodig had en ik ken de schaamte die je dan kunt voelen wanneer je je dat realiseert.
Het was lastig om in het moment zelf te laten zien wat ik werkelijk dacht en voelde. Het lukte me achteraf om hier iets over te zeggen tegen de vriendin die dit organiseerde. We hebben onze gevoelens uiteindelijk goed kunnen delen en bespreken en dat was nodig en goed voor de vriendschap.
In onze programma’s van NieuweKaders onderzoek je dergelijke dynamieken. Hoe ga je om met geven en nemen? Hoe weet je wat je wel of niet wilt en hoe maakt je dit duidelijk. Hoe voel je aan en stem je af? Hoe stel en herstel je grenzen. Wanneer doe je wel iets of juist niet.
Fotografie: Herman van Ommen/ Arnhem