Dans van de dynamiek
“Ik heb zin om te dansen!” Hij had de zin nog niet uitgesproken of ik had de muziek op mijn telefoon al aangezet. Hij, ik en een paar anderen uit de groep sprongen op en we dansten. We hadden veel gezeten en het voelde bevrijdend om te bewegen op de muziek. Er wrong ook iets, al was ik me niet bewust wat dat was.
Ik was deelnemer aan een group relation conference en ik zat met acht deelnemers en een consultant in een ‘small system’ waarin we aan de taak werkten om ons gevoelens en gedrag in het hier en nu te bestuderen. We hadden al een paar sessies met elkaar achter de rug toen dit moment zich aandiende.
Verschillen in positie
Toen we na het dansen weer gingen zitten in de kring, werd ik me bewust dat een van de deelnemers niet had gedanst. Ze wilde niet dansen, vertelde ze, maar had wel de druk van de groep gevoeld. Ze voelde zich verdrietig en alleen gelaten. Een andere groepsgenoot had niet goed geweten wat ze moest doen en had achter haar stoel een beetje bewogen, een positie tussen dansen en niet dansen in. En de consultant bleef zitten, waarschijnlijk omdat dansen haar rol en taak complexer en misschien wel onmogelijk zou maken. Toen ik me bewust werd van al deze verschillende posities in de groep voelde ik me bezwaard, want ik had er geen moment bij stil gestaan of iedereen in de groep wilde dansen en of we met het dansen mensen zouden kunnen uitsluiten.
Zelfonderzoek
Het bracht me terug naar het moment waarop het besluit werd genomen en de rol die ik daarin had genomen. Dit moment waarop de dynamiek zich razendsnel voltrok, riep veel vragen bij me op. Waarom had ik het verlangen van deze groepsgenoot gevolgd? Welke rollen waren hier genomen en waarom nam ik de rol van het faciliteren van de muziek? Wat maakte dat ik me bezwaard voelde naar de achtergebleven deelnemers? Waarom werd er eigenlijk door de groep gedanst? En had ik eigenlijk zelf willen dansen?
Over de meeste vragen had ik wel gedachten en gevoelens. Ik voel behoeftes en gevoelens van anderen snel aan en kan deze voor dat ik het me realiseer al op of in me nemen. Door mijn verantwoordelijkheidsgevoel kan ik hier ook gauw een faciliterende taak op me nemen, zoals ik hier de muziek voor het dansen ging verzorgen. Ik denk dat de deelnemer die niet danste, maar ook niet bleef zitten, de gesplitste staat van de groep vertolkte: een deel vrolijk samen dansend en een deel alleen achtergebleven. Het dansen en niet dansen in de groep maakte ook de verschillen in de groep zichtbaar. Mogelijk werden deze verschillen door de groep en door mij ook moeilijk verdragen, waardoor dit moment zoveel gevoelens opriep. En misschien was er nog meer moeilijk te verdragen en koos de groep de dans als uitvlucht.
Op de laatste en misschien wel belangrijkste vraag – wat wilde ik zelf – kon ik geen antwoord geven. Ik realiseerde me dat ik het verlangen om te dansen en het verdriet van het niet meedoen van mijn groepsgenoten had gevolgd en dat ik het contact met mijn eigen gevoel had overgeslagen. Het was een leerzaam moment om te ervaren hoe snel ik voorbij kan gaan aan mijn eigen gevoelens.
Patronen en dynamieken
In mijn rol van consultant in een reflectiegroep tijdens een van onze programma’s zie ik een vergelijkbare dynamiek gebeuren. De taak van deelnemers in deze reflectiegroep is om voor zichzelf en in het bijzijn van de anderen hun ervaringen en de betekenis daarvan te onderzoeken.
Eén deelnemer is aan het worstelen met haar reflecties op wat zij die dag had meegemaakt. Zij komt er niet goed uit. Met een hulpeloze en vragende blik kijkt ze naar de deelnemer naast haar, die direct reageert en te hulp schiet. Precies op dat moment vraag ik in mijn rol als consultant: “Wat gebeurt hier nu?” De deelnemers schrikken, en even is het stil. “Ik doe precies wat ik niet wil”, zegt de deelnemer in de redderspositie. “Wat wil je niet?“, vraag ik. “Ik wil niet meer in de positie komen dat ik voor anderen ga zorgen, dat is precies wat ik hier doe. En dat gebeurt razendsnel”. De deelnemer die in de slachtoffer positie was gestapt luistert en knikt bevestigend: “Ja, en ik zou het eigenlijk zelf moeten kunnen”.
De slachtoffer-redder dynamiek (zie ook: de theorie van de dramadriehoek) voltrekt zich in het hier en nu van deze reflectiegroep. De twee deelnemers komen in een dynamiek van machteloosheid en afhankelijkheid, waarin het niet meer lukt de verantwoordelijkheid zelf te nemen of deze aan een ander te laten. Door de interventie en de reflectie daarop ervaren beide deelnemers hun eigen patroon en de dynamiek waarin zich dit voltrekt. Het is mooi dat dit gebeurt, want je patroon kennen is één, maar het voelen en ervaren helpt om vervolgens te gaan oefenen om het anders te doen.
Dynamieken in groepen en het volgen van onze patronen gebeurt razendsnel en meestal zijn we ons hier niet bewust van. We voelen wel de gevolgen als we onze eigen en andermans grenzen overgaan. Iemand in een redderspositie raakt bijvoorbeeld overbelast en iemand in een slachtofferpositie voelt zich steeds onzekerder. Totdat je ziet en voelt hoe het gebeurt en ervaart dat het anders kan.
Fotografie: Herman van Ommen/ Arnhem