Van plek veranderen
Toen we twee jaar terug verhuisden vroeg onze buurvrouw bij de eerste kennismaking: “Houden jullie van tuinieren”? Ik geloof dat ik antwoordde: “Ik hoop het”. De hoeveelheid grond bij ons nieuwe huis voelde best een beetje intimiderend. Ik kende mezelf nog niet met tuin. Zou ik dat wel allemaal kunnen en zou ik het ook leuk vinden?
Ik had ooit wel eens wat geprobeerd, zoals het kweken van tomaten op mijn studentenbalkonnetje. En later toen ik een kleine stadstuin had, zette ik er wat planten in en deed het hoognodige snoeiwerk. Een paardenbloem, roos en tulp wist ik te herkennen. Veel verder kwam ik niet met tuinieren.
Vanaf het eerste moment voelt het werken in de tuin als bevredigend. Het wroeten in de aarde, het snoeien van de takken, het opkweken van stekjes, zelfs slakken rapen: ik voel me geaard en gelukkig. Als ik er weer eens enthousiast over praat, dan kijken sommige van mijn vrienden me een beetje meewarig aan. Ze zagen deze verandering niet aankomen. Het is op hun gezicht te lezen dat ze me niet meer helemaal herkennen.Dat voelt gek, omdat dit voor mij zo eigen en natuurlijk voelt.
Ik moet denken aan de man van een vriendin. Toen zij samen voor een periode verhuisden naar Australië leerde hij daar een nieuw vak. Hij ging weg uit Nederland als begeleider in de zorg en hij kwam terug als bierbrouwer. Misschien was het ook gebeurd als hij in Nederland was gebleven. Maar ik denk dat het verhuizen naar een andere plek iets in beweging heeft gezet in hem, waardoor hij een sluimerend verlangen kon volgen. Een andere plek kan een onontgonnen deel in jezelf oproepen. En soms is het goed om nieuwe plekken op te zoeken om te ontdekken wat er nog meer in onszelf verscholen ligt.
Tuinvrouwen
Onze nieuwe tuin stond er niet fraai bij. Ik ben gewoon begonnen, ook al wist ik er nog weinig van. Ik stelde veel vragen aan mijn buurvrouw, die blij was dat er weer meer aandacht voor de tuin was. Mijn buurvrouw had zelf veel geleerd van Corrie, een van de eerdere bewoonsters van ons huis. Het voelt soms alsof ik het werk van Corrie voortzet en via mijn buurvrouw de kennis van Corrie weer terugkomt naar de tuin. Toevallig draagt ze dezelfde naam als mijn moeder, ook een Corrie èn een tuinliefhebber. Zij groeide op in een tuindersfamilie en had een vader die les gaf op de tuinbouwschool. Zelf had zij een mooie siertuin waarin ze vaak te vinden was, maar had graag een veel grotere tuin gehad. Ze geniet nu op afstand mee met onze tuin. die steeds een stukje mooier wordt.Haar trots is daarin voelbaar en ik geniet daar van.
Ben ik met deze tuin en het tuinieren het verlangen van de beide Corries en de buurvrouw aan het vervullen? Misschien ook. Ik ken mijn neiging om onbewust andermans behoeftes te vervullen. Mogelijk ga ik onbewust ook de competitie aan met de vrouwen en wil ik de beste tuinvrouw zijn. Toch voelt mijn werk in de tuin vooral als een eigen deel van mij dat op deze grond wakker is geworden. Zoals een plant die op de juiste plek goed aan slaat. Met mijn handen in de grond voel ik de wortels van mijn biografie en de verbinding met de vrouwen die me daarin zijn voor gegaan. Van een stadse naar een tuinvrouw. Ik heb iets ouds herkend en me iets nieuws eigen gemaakt. Wat een for-tuin.