Ik zit al een uur voor het kacheltje waar het vuur voluit brand terwijl de koude rillingen door mijn lichaam blijven trekken. Ik drink warm water, eet zoetigheid en probeer mijn lichaam tot rust te brengen, wat maar moeilijk wil lukken. Ik voel me ellendig en kan tegelijkertijd om mezelf grinniken: ik was overmoedig geweest, heb mezelf uitgeput en ik kan mezelf nu lekker zielig vinden bij een warm kacheltje. Ik voelde me zowel slachtoffer als held.
Ik was niet op zoek geweest naar gevaar of extra uitdaging, maar op deze dag kwam van het een het ander en ineens was de uitputting en onderkoeling nabij. Ik was nog niet helemaal gezond (naweeën van Covid) toen we met onze meerdaagse tocht startten en mijn ademproblemen waren de eerste drie dagen niet beter geworden wat het lopen extra zwaar maakte. We hadden tot nu toe goed weer gehad, maar deze dag was dat anders. Het was koud (5° Celsius), het regende pijpenstelen en we hadden harde wind tegen. De route was lang, vol ingewikkelde passages en vroeg de hele dag om concentratie. Ik had weinig lucht waardoor een te laag wandeltempo waardoor ik mijn lichaam niet op temperatuur kon houden. Iedere stap was zwaar, een kort klimmetje leek onneembaar, terwijl we keer op keer 100 of 200 meter moesten klimmen en dan weer dalen. Alles deed pijn: mijn benen, armen, schouder, voeten, vingers, tenen.
Maar de belangrijkste reden dat ik er zo bij zat lag bij mezelf. Ik had na 2 of 4 uur lopen kunnen besluiten om terug te gaan, had zelfs die vraag van mijn vriend en wandelmaatje gekregen, maar overmoedig en vanuit eergevoel wees ik die suggestie af. Achteraf gezien was dat niet wijs en daardoor bracht ik mezelf en mijn vriend in een lastig pakket doordat we te lang onderweg waren, het te koud kregen etc. En het was zelfs zo dat ik, terwijl ik voor dat kacheltje zat, al met trots en plezier terugkeek op deze dag: alsof het heroïsch was in plaats van onverstandig en pijnlijk.
Ik ging over mijn grenzen en waarom eigenlijk? Wat was van mij (bv. bang dat ik te oud ben hiervoor, eergevoel etc.) en wat van de ander en in welke dynamiek is dit ontstaan?
Dragen of nemen
Ik moet denken aan de verschillende posities die ik kan innemen in een gegeven situatie. Ik kan de positie kiezen om een situatie, ongemak of confrontatie te dragen of de positie om zo’n situatie te nemen.
Ik droeg het gegeven dat ik tijdens onze tocht in toenemende mate last kreeg van mijn luchtwegen. Mijn ziek zijn was een feit en ik benaderde het alsof het een lot was dat ik moest dragen en ik daarin geen keuze had. Doordat ik de positie koos van het dragen, maakte ik mezelf slachtoffer, welke rol ik later kon omkeren in een heldenrol. En er is bewijs dat ik deze situatie droeg. Bijvoorbeeld de gevoelens van trots en heroïek bij de kachel. Of het feit dat het dagen duurde voordat ik besefte wat de consequentie was van mijn gedrag voor mijn vriend en wandelmaatje.
Als ik de positie zou kiezen om mijn ziekte te nemen, dan is het ziek zijn nog steeds een feit, maar wordt het niet een lot. In die positie kan ik de feiten beter zien en in me opnemen en kan ik komen bij vraag wat ik wil in plaats van wat ik kan. Dan kan ik het gesprek ook voeren vanuit willen en niet alleen vanuit kunnen. En daar kunnen keuzes uit voortkomen die mogelijk heel verdrietig zijn of die pijn doen (zoals teruggaan of opsplitsen), maar waarvoor ik verantwoordelijkheid neem. Er is bewijslast dat ik deze positie ook koos, wat duidelijk maakt dat het niet allemaal eenduidig is.
We are in this together
Dat ik bereid ben om over mijn grenzen te gaan (bijvoorbeeld door de realiteit niet te willen zien) heeft consequenties voor anderen, in dit geval mijn vriend. Cruciaal in dit voorbeeld was het ontkennen van de realiteit van mijn gezondheid en het (gedeeltelijk) achterhouden van de waarheid daarover. Daardoor ontstond er een dynamiek tussen ons waarin het niet eens in mij opkwam om terug te keren en ik mijn vriend keuzemogelijkheden en invloed onthield. Mijn vriend had niet voldoende data om mij te kunnen aanspreken op mijn verantwoordelijkheid en kon daardoor misschien ook niet naar zichzelf kijken om te onderzoeken hoe het met hem was.
Maar tegelijkertijd speelde er misschien ook wat anders bij hem: wilde hij mij wel zien? Wat betekende het voor hem en voor de rol die hij nu had genomen als hij daadwerkelijk ging zien hoe het met mij was? Hij vroeg niet door, drong niet aan en accepteerde snel wat ik zei.
We waren samen in de situatie en hadden elkaar nodig om tot goede besluiten te komen, verantwoordelijkheden te beleggen en afwegingen te maken. We willen als teamgenoten blind op elkaar kunnen vertrouwen. Gelukkig konden we hier na de tocht op reflecteren en wilden we elkaar zien en begrijpen en wilden we onszelf zien en begrijpen en hiervan leren. Mooi was dat we het daarin breder konden trekken. Het feit dat het onvermogen zich bij mij manifesteerde was niet alleen persoonlijk en van mij, het was ook iets van ons als team. Wat van mijn vriend weerspiegelde in mij dat ik niet kon denken aan opgeven, dat ik mijn eigen realiteit niet kon zien en kon delen? Door daarover te spreken en dit te onderzoeken kwamen we ieder op ons eigen deel en dat bood ons nieuwe perspectieven op wat er speelde in ons als team en kon ieder zijn verantwoordelijkheid nemen. Het verdiepte ons samenzijn.
Grenzen verleggen
Soms is het goed om grenzen te verleggen. Bijvoorbeeld als je een hoger doel wilt bereiken, zoals het maken van een theaterstuk, het oprichten van een bedrijf, het realiseren van hoogwaardig onderwijs, het lopen van een tocht etc. Dat kan in een dynamiek met anderen alleen maar als je bereid – en in staat ben om de feiten te zien, deze te nemen en te delen.
En in mijn ogen niet alleen de bewuste feiten, maar ook de feiten waarvan je jezelf nog niet bewust bent en die terug te vinden zijn in onbewust gedrag, versprekingen, het vergeten van afspraken, het niet uitvoeren van taken, emotie inzetten als defensie, je gevoelens negeren etc. Om die onbewuste feiten te vinden heb je de ander en reflectie nodig. De bereidheid om op dat niveau met elkaar te delen, te onderzoeken en naar elkaar te luisteren is essentieel als je een pad gaat waarop je samen ambities wilt realiseren.
Daarin is het zelden persoonlijk wat er gebeurt, maar manifesteert een teamvraagstuk zich vaak bij een individu. Door het weg te halen bij het individu en als teamvraagstuk te benaderen open je een manier van werken waarin je samen op pad gaat en loopt de een niet achter de ander aan.
Want: You’re in a team/ organization/ ambition/ task together.
Geschreven door Marcel de Groen