Skip to main content

“Je bent niet veranderd”, zei ik tegen hem. “Nee, jij bent ook niet veranderd”. We hadden elkaar ruim 10 jaar niet gezien. Hij was mijn eerste serieuze liefde en het was 25 jaar geleden dat het uitging. Sindsdien hadden we elkaar een aantal keer ontmoet, maar niet echt meer gesproken. Nu we elkaar weer zagen was het eerste wat we met elkaar uitwisselde, dat we elkaar niet veranderd vonden. Het gaf me een opgelucht gevoel, alsof niet veranderd zijn goed is. Ik bleef er na de ontmoeting over nadenken. Waarom wisselde we juist dit uit en wat zeiden we hier eigenlijk mee?

Gedurende de ontmoeting merkte ik best wel een aantal dingen op die anders aan hem waren. Los van zijn grijze haren en de leeftijdssporen in zijn gezicht gedroeg hij zich op een subtiele manier ook anders. Ik herinnerde me hem als een introvert iemand, die zich niet altijd uitsprak over wat er in zijn binnenwereld omging. Het viel me op dat hij zich nu duidelijker uitsprak over wat hij dacht en voelde.

Dat hij mij niet veranderd vond kon ik niet geloven. Ik voel me in vele aspecten een ander mens dan 25 jaar geleden. Ik had moeite gedaan om me vrij te maken van lasten uit mijn verleden, studies gevolgd, relaties gehad, gereisd en me ontwikkeld tot de vrouw die ik nu ben. En nu er gezegd werd dat ik onveranderd zou zijn, voelde dat gek genoeg als een compliment.

Hij sprak over onze laatste ontmoeting zo’n 10 jaar geleden en dat hij me toen wel veranderd vond. Het was een bijeenkomst waar we het overlijden van een gezamenlijke vriendin herdachten en waar alle vrienden van destijds aanwezig waren. “Het leek toen niet goed met je te gaan, zei hij, je was wat afstandelijk. Ik kende je niet terug, want je was altijd zo opgewekt en toen niet”. Ik vond het moeilijk om te horen, het bracht me direct terug naar dat moment en hoe ik me toen voelde. Ik weet nog dat het ongemakkelijk voelde om mijn oude vrienden na al die jaren terug te zien: stelletjes die sinds onze studietijd allemaal nog bij elkaar waren. Terwijl ik na twee relaties, waarvan de laatste tijdens onze breuk plots was overleden, weer alleen was. Ik vond het lastig om me te begeven in een vriendengroep waarvan ik geen deel meer uitmaakte. Ik voelde me verdrietig en verloren.

Het verlies en de rouw maakte destijds alles anders en ik weet nog hoe bang ik was dat niets meer zou worden zoals het was. Naar mate de tijd verstreek werden veel dingen weer als vanouds. Dat was geruststellend. Maar de ervaringen lieten ook sporen na. Zo voelde ik me minder onbevangen en kwetsbaarder dan voorheen. En ook voelde ik een diep besef dat het leven nu geleefd moest worden en er ontstond kracht om nieuwe keuzes te maken. Zo hielp het me bij de stap naar het ondernemerschap. Ik was nog steeds dezelfde, maar niet hetzelfde als toen. En dus ook niet onveranderd.

Ik denk dat we met de woorden dat we elkaar niet veranderd vonden, eigenlijk aan elkaar wilde zeggen: ik herken je nog. Ik zie nog steeds datgene wat jou jou maakt en wat ik toen zo lief had, ook al is er nu van alles anders. En ik denk dat we in de spiegeling met de ander juist ook onszelf zien en in contact komen met onze true self, die er, ondanks alle ervaringen in de tijd, altijd is. Het geeft een goed gevoel dat je wordt gekend en herkend door de ander en door jezelf.